Nalatenschap Kapt. van Oortmerssen (Veldgrijze Kepie, M.38 helm, Gala Kepie, Fouragerie voor galatuneu, diverse veldmutsen)
De luchtverdediging in de meidagen, blz. 578-588:
''Toen de landingen van de valschermtroepen bij het vliegpark Waalhaven hadden plaats gevonden en spoedig daarna geruchten de ronde deden, dat ook in de stad valschermtroepen waren neergekomen, oordeelde de C.-6e Dep. Comp. Bew. Tr. (Kapt. van Oortmerssen) het raadzaam de bewaking van het P.T.T.-gebouw op een andere wijze te doen geschieden. De bewakingsmaatregelen waren tot nu toe gericht geweest tegen een mogelijke binnenlandse vijand. Een extra aansporing voor kapitein Oortmerssen om deze te wijzigen, was het bericht dat vijandelijke watervliegtuigen op de Maas zouden zijn geland, ter weerszijden van de Maasbruggen. De in de vliegtuigen vervoerde infanterie zou deze bruggen hebben bezet. Omdat de bruggen, in rechte lijn gemeten, op 900 m afstand van het P.T.T.-kantoor lagen, was er voor hem alle reden maatregelen te nemen voor de bestrijding van een goed bewapende buitenlandse vijand. Hij liet daarom het stratencomplex rond het gebouw ontruimen en legde het verkeer stil. De bewoners gelastte hij binnen te blijven en de ramen gesloten te houden. Posten en patrouilles controleeren of de gegeven orders werden opgevolgd en schiepen zo een klein stukje Rotterdam, dat van de rest van de stad was afgesloten. De C.C. (Kapt. van Oortmerssen) stelde vier lt. mitrailleurs op de Coolsingel op en twee van deze automatische wapens achter het P.T.T.-kantoor, in de Roodezandstraat. Daartoe liet hih met behulp van klinkers, zandzakken en prikkeldraad gevechtsopstellingen inrichten. Zijn commandopost vestigde hij op het terras van een der verlaten cafe's tegenover het P.T.T.-gebouw.
Al deze maatregelen en werkzaamheden vereisten de inzet van de gehele compagnie. Het was dus te voorzien dat het personeel de komende dagen dag en nacht in de weer zou zijn en onvoldoende rust zou krijgen. Aan de herhaalde verzoeken van kapitein Oortmerssen aan de Kant. C. kolonel P.W. Scharro om versterking van zijn compagnie kon geen gevolg worden gegeven. Na de derde oorlogsdag moest hij daarom overgaan tot een andee indeling van de dienst, zodat van toen af het personeel, althans een deel ervan, gekleed on rusten. De gevechtswaarde van de compagnie was toen echter door oververmoeidheid reeds aanmerkelijk gedaald.
''Om een zekere samenhang te brengen in de bewaking van de twee gebouwen (groupsbureau en standhuis), nam een cadet-vaandrig contact op met de C.-6e Dep. Comp. Bew. Tr. (Kapt. van Oortmerssen).''
''Naar aanleiding van ddit verzoek ontwierp de C.C. (Kapt. van Oortmerssen) een plan, om bij het optreden van overmachtige vijandelijke strijdkrachten terug te gaan achter de Schie. De drie door de Groeps-C. bestelde autobussen waren inmiddels aangekomen. De C.C. wenste voor een mogelijke terugtocht een van deze autobussen bij zijn compagnie te houden voor het vervoer van het materieel en de munitie der compagnie. De Groeps.C. ging met dit voorstel niet accoord, omdat hij meende dat de C.C. met zijn compagnie wilde terugtrekken, waardoor het P.T.T.-gebouw zonder bewaking zou komen. Hij vond het voornemen van kapitein van Oortmerssen misdadig en betrok generaal Nauta Pieter in het geval. Deze ontbood daarop de C.C., die echter geen gehoor gaf aan de oproep, omdat hij niet onder diens bevelen was gesteld. Kapitein Van Oortmerssen werd daarop - onder hevig protest zijnerzijds - in arrest gesteld en per auto overgebracht naar 's-Gravenhage, waarhij voor de Auditeur-Militair werd geleid. Na een kort verhoor stelde deze hem onmiddelijk in vrijheid'',
De luchtverdediging in de meidagen, blz. 578-588:
''Toen de landingen van de valschermtroepen bij het vliegpark Waalhaven hadden plaats gevonden en spoedig daarna geruchten de ronde deden, dat ook in de stad valschermtroepen waren neergekomen, oordeelde de C.-6e Dep. Comp. Bew. Tr. (Kapt. van Oortmerssen) het raadzaam de bewaking van het P.T.T.-gebouw op een andere wijze te doen geschieden. De bewakingsmaatregelen waren tot nu toe gericht geweest tegen een mogelijke binnenlandse vijand. Een extra aansporing voor kapitein Oortmerssen om deze te wijzigen, was het bericht dat vijandelijke watervliegtuigen op de Maas zouden zijn geland, ter weerszijden van de Maasbruggen. De in de vliegtuigen vervoerde infanterie zou deze bruggen hebben bezet. Omdat de bruggen, in rechte lijn gemeten, op 900 m afstand van het P.T.T.-kantoor lagen, was er voor hem alle reden maatregelen te nemen voor de bestrijding van een goed bewapende buitenlandse vijand. Hij liet daarom het stratencomplex rond het gebouw ontruimen en legde het verkeer stil. De bewoners gelastte hij binnen te blijven en de ramen gesloten te houden. Posten en patrouilles controleeren of de gegeven orders werden opgevolgd en schiepen zo een klein stukje Rotterdam, dat van de rest van de stad was afgesloten. De C.C. (Kapt. van Oortmerssen) stelde vier lt. mitrailleurs op de Coolsingel op en twee van deze automatische wapens achter het P.T.T.-kantoor, in de Roodezandstraat. Daartoe liet hih met behulp van klinkers, zandzakken en prikkeldraad gevechtsopstellingen inrichten. Zijn commandopost vestigde hij op het terras van een der verlaten cafe's tegenover het P.T.T.-gebouw.
Al deze maatregelen en werkzaamheden vereisten de inzet van de gehele compagnie. Het was dus te voorzien dat het personeel de komende dagen dag en nacht in de weer zou zijn en onvoldoende rust zou krijgen. Aan de herhaalde verzoeken van kapitein Oortmerssen aan de Kant. C. kolonel P.W. Scharro om versterking van zijn compagnie kon geen gevolg worden gegeven. Na de derde oorlogsdag moest hij daarom overgaan tot een andee indeling van de dienst, zodat van toen af het personeel, althans een deel ervan, gekleed on rusten. De gevechtswaarde van de compagnie was toen echter door oververmoeidheid reeds aanmerkelijk gedaald.
''Om een zekere samenhang te brengen in de bewaking van de twee gebouwen (groupsbureau en standhuis), nam een cadet-vaandrig contact op met de C.-6e Dep. Comp. Bew. Tr. (Kapt. van Oortmerssen).''
''Naar aanleiding van ddit verzoek ontwierp de C.C. (Kapt. van Oortmerssen) een plan, om bij het optreden van overmachtige vijandelijke strijdkrachten terug te gaan achter de Schie. De drie door de Groeps-C. bestelde autobussen waren inmiddels aangekomen. De C.C. wenste voor een mogelijke terugtocht een van deze autobussen bij zijn compagnie te houden voor het vervoer van het materieel en de munitie der compagnie. De Groeps.C. ging met dit voorstel niet accoord, omdat hij meende dat de C.C. met zijn compagnie wilde terugtrekken, waardoor het P.T.T.-gebouw zonder bewaking zou komen. Hij vond het voornemen van kapitein van Oortmerssen misdadig en betrok generaal Nauta Pieter in het geval. Deze ontbood daarop de C.C., die echter geen gehoor gaf aan de oproep, omdat hij niet onder diens bevelen was gesteld. Kapitein Van Oortmerssen werd daarop - onder hevig protest zijnerzijds - in arrest gesteld en per auto overgebracht naar 's-Gravenhage, waarhij voor de Auditeur-Militair werd geleid. Na een kort verhoor stelde deze hem onmiddelijk in vrijheid'',